Dag Peter,
Kritiek dient immer persoonlijk te zijn. Anders verwaait ze en raakt uiteindelijk, als een boemerang, alleen en onbarmhartig jezelf.
Mijn dromen, zelfs mijn doen en denken zijn louter empirische weerslagen.
Wetenschappelijk nauwelijks te duiden en slechts door het toeval en bij hoge uitzondering reproduceerbaar.
Ik meander van het onbewuste naar een hoger bewustzijn en vice versa. Invloed daarop trachten uit te oefenen is van een buitenaardse potsierlijkheid, hetgeen impliceert dat ik bij wijlen de dagen in een staat van prettige bewusteloosheid doorbreng.
Gedachten zijn slechts een reflectie van een werkelijkheid. Mijn gedachten reizen sneller dan het licht en zakken soms ver onder het absolute nulpunt. Kortom; ze ontstijgen de scheppingswetten, terwijl ze paradoxaal genoeg, er de resultante van zijn.
Zo ook de schoonheid.
Vertolken wij die letterlijk in een beeld of kunnen we ons vergrijpen aan een vrije vertaling, die wellicht verder van de waarneming doch dichter bij de geproefde luister ligt?
Het penselen van poëzie en het vastleggen van beelden ervaar ik veelal als een reis met een onbemande trein. Dwars door vele wisselende landschappen wordt er een bestemming gezocht die vooralsnog volkomen onbekend is.
Slechts de volledig willekeurige stand van de wissels bepalen het uiteindelijke eindstation. Overgangen en richtingen worden in verschillende tempi genomen. Soms abrupt en stroef, dan weer naadloos kalm.
Ik ben een dichter, dromer, loper en een beeldenplukker die reist zonder vervoersbewijs en de bestemming blijft daardoor lang onzeker. Soms reis ik ongestoord dag aan nacht; dan weer word ik er bij de eerste station uitgebonjourd.
Het is een zeker weten jou eens te ontmoeten in krakende wagon of op een winderig perron.
We zullen elkaar herkennen aan onze onherleidbaarheid!
Met ingetogen groet, 2011-gedachten en een geschilderde glimlach,
Kees (Kruimelwerk) Keizer
'Waar licht het landschap raakt'