Verscherping, zowel als kleurinstellingen en resolutie staan in functie van de uiteindelijke toepassing van de foto. Die verschillen bijvoorbeeld bij inzet op het scherm, in print of druk. Onderlinge verschillen in druktechnieken zijn mogelijk: krantendruk, boekdruk (offset) digitale druk, enzovoort.
Het is technisch een tamelijk complex onderwerp. Op het scherm zien foto's er vaak al gauw heel aanvaardbaar uit. Niks aan de hand dus als jij het scherm vooral gebruikt om je materiaal te tonen. In druk, print, enzovoort, is het (bij twijfel) een goed idee om in overleg te treden met de vormgever/graficus en/of drukker.
Dit betekent feitelijk dat een aantal functies, twee belangrijke zijn resolutie en verscherping, feitelijk pas kunt bepalen, respectievelijk kunt doorvoeren als duidelijk is waar je de foto daadwerkelijk voor wilt gebruiken. Dàt is het moment om te gaan verscherpen etc..
Goed om te weten is dat in Aperture vrijwel alle functies omkeerbaar zijn, ook wel non-destructief geheten, waardoor je ten alle tijden naar wens weer andere instellingen kunt toepassen en daarmee de vorige ongedaan kunt maken. Immers je masterfile blijft in Aperture (bijna) altijd onaangetast. Uiteraard zijn in Aperture ook verschillende versies mogelijk, zou je dat willen - je zou deze in een 'album' kunnen plaatsen of geef ze een specifiek keyword mee. Het komt er dus op neer dat Aperture de diverse bewerkingen pas daadwerkelijk doorvoert bij export van de foto's - je kunt ook de masterfiles exporteren, die blijven zoals ze waren - en dat dan nog steeds de masterfiles in originele vorm en dus onbewerkt in de database blijven bestaan voor volgend al dan niet gewijzigd gebruik. Je zult dus, zo rekening houdend met jouw toepassingen en activiteiten en wensen als (natuur)fotograaf, een bepaalde workflow kunnen/moeten kiezen.
Omdat veel van mijn werk in druk wordt gepubliceerd is drukwerk leidend voor mijn workflow in Aperture. Bij een ander zal dat uiteraard weer anders zijn.