@Peter Wijn schrijft: "Bij aperture moet je uitkijken dat ie je ´masterfiles´ niet opeet in zijn database (dat is default) maar gewoon op een door jouw gekozen logische plek laat staan."
Peter doelt hiermee waarschijnlijk op het in Aperture beheren van foto's die in de Aperture database zelf fysiek zijn opgenomen in tegenstelling tot de zogenaamde 'referenced'-files, welke laatste fysiek op de plek blijven staan waar ze stonden, bijvoorbeeld een externe harde schijf. Toch is de eerste technisch gezien veruit het beste. Zonder op deze plaats uitgebreider op beide methoden in te gaan - er is daarover voldoende info te vinden op het net, maar ook in de helpfunctie van Aperture zelf - is de snelheid van het database-archief bij de eerste sneller en veel veiliger. De snelheid van de Aperture database is misschien wel zijn grootste kracht vind ik. Na uitgebreid vergelijk voor mij de belangrijkste reden destijds te kiezen voor Aperture. Het nadeel van de referenced-methode - behalve de verminderde snelheid - is dat je er pijnijk nauwkeurig op moet letten geen handmatige wijzigingen op de externe HD aan te brengen, want dat vindt Aperture vanzelfsprekend niet zo leuk. Hij herkent dan je materiaal niet meer omdat ze geheel of gedeeltelijk onvindbaar zijn…
Overigens blijven in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, ook bij de eerste methode je afzonderlijke originele foto's in Aperture altijd (ook handmatig) bereikbaar. Als je dat zou willen, waarvoor ik overigens geen goede reden voor kan bedenken. Meestal is deze wens een overblijfsel van voormalige Windows-gebruikers die gewend zijn om alles in mappen te organiseren. Je kunt binnen Aperture zelf alles met je foto's doen qua organisatiestructuur, die heel veel verder gaat dan alles in mappen op te bergen. Daarin is de database van Aperture onverslaanbaar, geniaal snel en efficiënt en uiterst stabiel.
Zoals al opgemerkt kun je op verschillend manieren je archief backuppen. Aperture zelf heeft daar diverse functies voor aan boord: een echte back-up, maar je kunt ook per project afzonderlijke bestanden laten wegschrijven. Ook kun je de bewerkte of de masterfiles zelf afzonderlijk of per groep exporteren. Ik voeg er één aan toe, die mij aanspreekt omdat ik met zo'n reservekopie meteen naadloos in Aperture kan doorwerken, mocht er ooit iets fout gaan, bijvoorbeeld een crash van je HD. Ik kopieer namelijk regelmatig gewoon de hele Aperture database naar een externe veilig HD-systeem met meerder HD's. Het is een Drobo raid-systeem dat zeer stabiel is, ook indien er eens een HD stuk mocht gaan.
Maar goed, in mijn Aperture-archief zitten inmiddels zo'n 80.000 opnamen en nog steeds verbaast mij de snelheid van bijvoorbeeld het opzoeken van een bepaalde serie foto's. Als ik b.v. ga zoeken op alle foto's van zevenster dan staan ze na een enkele seconde al op het scherm.
De laatste versie 3.0 is echt geweldig, de meeste fotobewerkingsfuncties zijn daarin beschikbaar. PhotoShop heb je alleen nog nodig als je in lagen wilt werken, wat ik overigens ook graag en regelmatig doe. Samenwerking tussen beide programma's is gelukkig uitstekend geregeld.
Verder geef ik toe dat mijn vergelijkende kennis tussen Aperture en Lightroom rudimentair is want afkomstig van beide 1.0-versies. De laatste Lightroom heb ik wel, want gratis bij mijn camera geleverd, maar ik ben zo tevreden over Aperture dat ik geen enkele reden kan bedenken waarom ik zou moeten overwegen om over te stappen.